Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zij zijn voorbijgevaren [52]met [53]jachtschepen; gelijk een arend naar het aas toevliegt. 52. Dat is, gelijk; blijkende zulks uit het andere lid van vs.26. 53. Hebreeuws, schepen der begeerte; dat is, die zo snellijk voortzeilen, dat zij een begeerte en lust schijnen te hebben tot de plaats waar zij wezen moeten. Of, versta, schepen, die met begeerlijke, dat is kostelijke dingen geladen zijnde, hunnen weg kort zoeken te maken om hun waren buiten gevaar te brengen en geld daarvan te maken.